Roland SPD-20 User Manual Page 13

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 66
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 12
Aan de slag
13
Uitschakelen
Schakel alle apparaten uit in de omgekeerde volgor-
de t.o.v. de hierboven omschreven procedure. Bij het
uitschakelen van de stroom worden de volgende
functies naar hun fabriekswaarden teruggebracht.
Andere functies en parameterinstellingen blijven,
zelfs na uitschakelen van de stroom, in het geheugen
opgeslagen.
3.3 Volume
Wanneer u op een Pad slaat, “triggert” of start dit de
klank die aan de betreffende Pad is toegewezen. Bij
harder slaan neemt het volume van de klank toe (bij
een “echte” tom is dat trouwens ook het geval). Nu
kan het echter gebeuren dat u de SPD-20 veel te stil
vindt staan. Draai, terwijl u op een Pad speelt, aan de
VOLUME knop op het achterpaneel om het gewens-
te algehele volume in te stellen.
Opmerking:
Te hoge volumes kunnen uw versterkingssys-
teem én uw gehoor schade toebrengen; met deze gegevens
dient u des te meer rekening te houden als u een hoofdtelefoon
gebruikt.
3.4 Een Patch kiezen
Wanneer u een Patch kiest, zullen -in functie hier-
van- de volgende parameters onmiddellijk aangepast
worden: de aan de Pads toegewezen klanken en de
instellingen van de MIDI-, effect-, en pedaalsecties.
Overloop even de 99 voorgeprogrammeerde
Patches; deze bieden een algemeen zicht over de
mogelijkheden van de SPD-20.
Om Patches te kunnen kiezen moet u eerst controle-
ren of de Play mode actief is (de aanduiding in het
display mag niet knipperen. Indien dit wel zo is,
drukt u op de [EDIT] knop om terug te keren naar
de Play mode).
Gebruik vervolgens de PATCH/VALUE knoppen
[+][-] om Patches te kiezen. Het geselecteerde
Patch-nummer wordt in het display afgebeeld.
Opmerking:
De keuze van de Patches verloopt veel vlotter
wanneer u op de [-] knop drukt, terwijl u de [+] knop inge-
drukt houdt en vice versa.
Op blz. 56 zijn de namen/nummers van de voorge-
programmeerde Patches in een lijst samengevat.
Het is eveneens mogelijk om Patches met de voet te
selecteren. Hiervoor heeft u ofwel een PCS-31 kabel
en twee FS-5U voetschakelaars ofwel een DP-2
pedaal nodig. Met een PCS-31/FS-5U combinatie
kunt u de Patches zowel in stijgende (schakelaar 1)
als in dalende lijn (schakelaar 2) kiezen (zie ook de
onderstaande afbeelding). Bij aansluiting van een
DP-2 pedaal zijn de Patches enkel in stijgende lijn te
selecteren.
Sluit de mono-uiteinden van de PCS-31 kabel aan op
de FS-5U voetschakelaars. Let hierbij op de kleurco-
des van de PCS-31 mono-jacks; de plug met de witte
ring is voor schakelaar nr. 1 (stijgend), die met de
rode ring is voor schakelaar 2 (dalend).
3.5 “Layer” klanken vergelijken
Het merendeel der voorgeprogrammeerde Patches
doen beroep op de Layer-functie.
Kies een “Layer” Patch (de A en B Patch Bank indi-
cators lichten tegelijkertijd op). Vergelijk vervolgens
de klanken die, per Pad en Bank, ingesteld werden.
1) Kies een (Layer) Patch.
2) Druk, in de Play mode, op de [LAYER] knop om
deze functie uit te schakelen; de LED indicator van
de B bank dooft. Als u vervolgens op de Pads speelt,
hoort u de klanken van de A bank.
3) Om de klanken van de B bank te beluisteren/bespe-
len, drukt u op de [BANK A/B] knop; de LED indi-
cator van de B bank gaat aan.
Opmerking:
Telkens u op de [BANK A/B] knop drukt, alter-
neert de SPD-20 tussen beide Pad Banks; de bijbehorende
LED indicators bieden een visuele controle over de gekozen of
actieve Bank.
Functie Fabriekswaarde
Local Control (blz. 44) aan
HH Control Pedal herkenning
(blz. 27)
niet ingesteld
PATCH CHAIN ON/OFF uit
Voetschakelaar 2
(Vorige Patch) (Volgende Patch)
Voetschakelaar 1
(Wit)
(Rood)
Stereo
MonoMono
Page view 12
1 2 ... 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 ... 65 66

Comments to this Manuals

No comments