Roland GT-8 User Manual Page 40

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 100
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 39
40
Hoofdstuk 4: Effecten en parameters
STR (Sitar Simulator)
Simuleert het geluid van een sitar.
FB (Feedbacker)
Dit effect is geschikt voor speeltechnieken met feedback.
* Let op: de noten waarop u feedback wilt toepassen, moet u
duidelijk en afzonderlijk spelen.
* U kunt de voetschakelaar gebruiken om het effect in en uit te
schakelen. Voor meer details, zie p. 57.
*1 Alleen beschikbaar in OSC-modus.
Parameter/
Bereik
Verklaring
Tone
-50–+50 Regelt de klank.
De hoge tonen worden versterkt bij een hogere waarde.
Sens
0–100 Regelt de gevoeligheid van sitar.
Als u een lage waarde instelt, geeft een zachtere aanslag geen sitar-
effect, terwijl u dit effect wel bekomt met een hardere aanslag. Als u
een hogere waarde instelt, bekomt u het sitareffect zowel met een
zachte als harde aanslag.
Depth
0–100 Regelt de diepte van het effect.
Resonance
0–100 Dit regelt de golving van de resonantie.
Buzz
0–100
Regelt de sterkte van de typische brom die
ontstaat als de snaren in contact komen met
de ‘buzz bridge’.
Effect Level
0–100 Regelt het volume van het sitargeluid.
Direct Level
0–100 Regelt het volume van het directe geluid.
Parameter/
Bereik
Verklaring
Mode
OSC, Natural
Selecteert ‘OSC’ (oscillator) of ‘Natural’ (na-
tuurgetrouw).
OSC (Oscillator)
Een kunstmatig feedbackgeluid wordt intern gecreëerd.
Als u OSC selecteert, treedt het effect in werking nadat u een enkele
noot hebt gespeeld en de noot is gestabiliseerd. Het feedbackeffect
ontstaat als het effect in werking treedt, en verdwijnt als het OSC-ef-
fect wordt uitgeschakeld.
Natural
Analyseert de toonhoogte van het ingangssignaal en creëert dan het
feedbackgeluid.
Rise Time *1
0–100
Bepaalt hoeveel tijd het feedbackgeluid no-
dig heeft om het maximumvolume te berei-
ken vanaf het moment dat het effect wordt
ingeschakeld.
Rise Time () *1
0–100
Bepaalt hoeveel tijd het feedbackgeluid van
één octaaf hoger nodig heeft om het maxi-
mumvolume te bereiken vanaf het moment
dat het effect wordt ingeschakeld.
F.B.Level (Feedback Level)
0–100 Regelt het volume van het feedbackgeluid.
F.B.Level () *1
0–100
Regelt het volume van het feedbackgeluid
van één octaaf hoger.
Vibrato Rate *1
0–100,
BPM –BPM
Regelt de snelheid van het vibrato als het
feedbackeffect ingeschakeld is.
* Als u BPM kiest, wordt de waarde van elke parameter ingesteld volgens
Master BPM (p. 51) die voor elke patch is bepaald. Zo verkrijgt u
effectinstellingen die bij het tempo van de song passen (als de ingestelde
snelheid wordt verhoogd, wordt de cyclus gesynchroniseerd met de helft
of een vierde van de BPM).
Als u BPM instelt, druk dan meermaals op PARAMETER [ ] om
het ‘Master BPM’-scherm weer te geven.
Vibrato Depth *1
0–100
Regelt de diepte van het vibrato als het feed-
backeffect ingeschakeld is.
Page view 39
1 2 ... 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 ... 99 100

Comments to this Manuals

No comments