Roland RS-50 User Manual Page 48

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 132
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 47
48
Een Patch creëren (Patch modus)
Resonance
Dit haalt het gebied dichtbij de cutoff frequentie op, om een
gedistingeerd karakter aan het geluid toe te voegen. Overmatige
verhoging van deze waarde kan oscillatie en vervorming
veroorzaken. Dit is gekoppeld aan de werking van [RESONANCE]
knop op het paneel (p.29).
WAARDE: -64 - +63
Aanpassen van de attack en het decay van het
geluid (Envelope)
Iedere originele tone van de RS-50 bevat envelope instellingen, maar
u kunt Patch bewerking gebruiken om verwante aanpassingen op
deze instellingen toe te passen.
Afhankelijk van de tone die u geselecteerd heeft, kan de bewerking
mogelijk geen hoorbare verandering van het geluid teweeg brengen.
Het sustain niveau kan niet veranderd worden.
Attack Time
Past de attack envelope tijd aan. Dit is gekoppeld aan de werking
van [ATTACK] knop op het paneel (p.28).
WAARDE: -64 - +63
Decay Time
Past de decay attacktijd aan. Dit is gekoppeld aan de werking van
[ATTACK] knop op het paneel (p.28).
WAARDE: -64 - +63
Release Time
Past de release tijd aan. Dit is gekoppeld aan de werking van
[ATTACK] knop op het paneel (p.28).
WAARDE: -64 - +63
Een Patch opslaan
Wanneer u een Patch naar wens bewerkt heeft, gebruikt u de
volgende procedure om deze op te slaan.
1. Druk op [Patch], zodat deze gaat branden. U bent in de Patch
modus.
2. Selecteer de Patch die u wilt bewerken.
3. Bewerk de Patch.
“Wijziging van de toon met de knoppen (Patch Modify)”
(p.30)
“Hoe Patch instellingen te maken” (p.55)
4. Wanneer deze naar wens is, drukt u op [WRITE].
Gebruik Value [-]/[+] om het nummer te bepalen, waarin de
gebruikers Patch opgeslagen dient te worden (U001-U128).
fig.r03-01_40
Zoals hierboven getoond wordt, zal het display het gebruikers
Patch nummer, als er nog niets op dit nummer opgeslagen is.
Als u opslaat in een nummer waarin reeds een gebruikers Patch
opgeslagen is, worden de daarvoor opgeslagen instellingen
overschreven en gaan verloren.
5. Druk op [ENTER].
6. Gebruik Value [-]/[+] om de categorie voor de gebruikers
Patch te selecteren, die u wilt opslaan.
fig.r03-02_40
Voor meer informatie over de categorie, zie “Patch
categorieën” (p.49).
7. Druk [ENTER] opnieuw in om deze handeling uit te voeren.
Als de gebruikers Patch opgeslagen is, zal het scherm
“COMPLETED” weergeven. Dit voltooit de procedure.
Als u besluit om de gebruikers Patch niet op te slaan, drukt u op
[EXIT].
Als u “Naam (Patch Name)” (p.45) niet wijzigt, zal de Patch
dezelfde naam krijgen als degene die u in stap 2 geselecteerd heeft.
Page view 47
1 2 ... 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 ... 131 132

Comments to this Manuals

No comments