Roland RMP-12 User Manual Page 25

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 36
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 24
25
De instellingen van de geheugenknoppen wijzigen
Onder elke geheugenknop kan een geluidsset met instellingen
als de stemming en het volume worden geregistreerd.
1. Druk op één van de [1]-[4] knoppen om de
geheugenlocatie waarvan u de instellingen wilt
wijzigen te selecteren.
2. Druk op de [INST] knop.
Het INST icoon knippert in het beeldvenster.
3. Draai aan de selecteer draaiknop om de te
bewerken parameter te kiezen, en druk
vervolgens op de selecteer draaiknop.
De waarde van de geselecteerde parameter gaat knipperen.
4. Als u het geluid, de stemming of het volume wilt
wijzigen, slaat u het vel of de kop aan, om zo aan
te geven welke van de twee u wilt wijzigen.
Er licht een (HEAD of RIM) icoon op, om aan te geven of u
het vel of de rand bewerkt.
5. Draai aan de selecteer draaiknop om de waarde te
bewerken, en druk vervolgens op de selecteer
draaiknop.
6. Draai, als u klaar bent met bewerken, aan de
selecteer draaiknop om ‘[OK]’ te selecteren, en
druk vervolgens op de selecteer draaiknop.
Als u besluit uw wijzigingen te annuleren, draait u aan de
selecteer draaiknop om ‘[CANCEL]’ te selecteren, en drukt u
daarna op de selecteer draaiknop.
U verlaat het bewerkingsvenster.
Als alternatief voor het selecteren van ‘[OK]’ in stap 6,
kunt u ook op de [INST] knop of één van de [1]-[4]
knoppen drukken om de instellingen te wijzigen en het
metronoom instellingenvenster te verlaten.
De gemaakte wijzigingen gaan verloren, als u het
apparaat uitzet, zonder eerst het bewerkingsvenster te
verlaten.
1. Druk op één van de [1]-[4] knoppen om het te
bewerken geheugen te selecteren.
2. Druk op de [INST] knop.
3. Draai aan de selecteer draaiknop om ‘[Name...]’ te
selecteren, en druk vervolgens op de selecteer
draaiknop.
4. Draai aan de selecteer draaiknop om op de
knipperende cursorlocatie een teken te
selecteren, en druk vervolgens op de selecteer
draaiknop.
Als u de selecteer draaiknop indrukt, schuift de cursor één
plaats op naar rechts.
U kunt een naam van maximaal zeven tekens aan de
geluidsset toewijzen.
5. Als de cursor zich op het zevende teken bevindt,
keert u door middel van het indrukken van de
selecteer draaiknop naar het vorige venster terug.
Parameter Waarde Uitleg
(sound
name)
1–128,
129 (OFF)
Zie de ‘Lijst met geluiden’. Als je
voor ‘129’ kiest, is er geen geluid
hoorbaar wanneer u de Pad aan-
slaat.
Tune
-600–+600
(cent)
Past de stemming van het vel of de
rand aan.
DYNA1,
DYNA2
De toonhoogte wijzigt op basis van
de kracht waarmee u slaat (Dyna
Pitch). Bij sterke slagen gaat de
toonhoogte omhoog, bij zwakke
slagen omlaag.
‘DYNA1’ zorgt ervoor dat de toon-
hoogte vloeiend wijzigt, op basis
van de kracht waarmee u slaat.
‘DYNA2’ wijzigt de toonhoogte in
stappen van een halve toon, op ba-
sis van de kracht waarmee u slaat.
Volume 0–100
Past het volume van het vel of de
rand aan.
[Name…]
Wijzigt de naam van de instelling.
De hier toegewezen naam wordt weergegeven, als u
op de huidig geselecteerde geheugenknop drukt
(maximaal zeven tekens)
Voor details, zie ‘Een naam aan een geluidsset toewij-
zen’.
Parameter Waarde
Een naam aan een geluidsset toewijzen
Cursor
Page view 24
1 2 ... 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 ... 35 36

Comments to this Manuals

No comments