127
XV-5080 Programmeren van 4Tone-Patches
Referentiehandboek
TVA: volume en panorama
([F4≈(TVA)])
Met deze parameters bepaalt u het volume van de ver-
sterker (TVA) en de stereopositie van de geselecteerde
Tone.
PATCH TVA Parameter-pagina
([PATCH] - [F4≈(TVA)] - [F1≈(TVA Prm)])
TVA
Level (Tone Level)
(0~127) Gebruik deze parameter om de balans tussen
de Tones optimaal te regelen. Wanneer een Patch maar
één Tone bevat, kiest u het best de waarde “127”. U
kunt het algemene volume van de Patch namelijk met
“Level” op blz. 112 instellen.
V-Curve
(FIXED/1~7) Met deze parameter kiest u de curve die
voor de interpretatie van de aanslagwaarden wordt
gebruikt. Kies FIXED wanneer de TVA Envelope niet
aanslaggevoelig hoeft te zijn.
V-Sens
(–63~+63) Met deze parameter bepaalt u de mate
waarin het Tone-volume aanslaggevoelig is. Positieve
waarden zorgen voor grotere variaties van het volume
bij een hardere aanslag. Negatieve waarden hebben bij
een hardere aanslag juist kleinere variaties tot gevolg.
Wanneer de waarde “0” is ingesteld, verandert het
Tone-volume niet, ongeacht de aanslag.
Bias
Bij bepaalde akoestische instrumenten verandert het
volume bij hogere of lagere noten. U kunt dit simule-
ren met de juiste instelling van “Direction” en “Posi-
tion”.
Level
(–100~+100) Deze parameter bepaalt de sterkte van de
volumeverandering vóór en achter de Bias Position.
Positieve waarden zorgen voor een toename in
volume, terwijl negatieve waarden het volume doen
afnemen. Bij een waarde van “0” heeft de positie van
de gespeelde noot geen invloed op het volume.
Position
(C–1~G9) Hier kiest u het nootnummer (de toets) van
waaraf het volume zal veranderen wanneer u omhoog
of omlaag speelt. Deze noot fungeert dus als “nul-
punt”.
Direction
Deze parameter geeft aan in welke richting het volume
zal afwijken van het ingestelde standaardvolume.
Pan
Pan (Tone Pan)
(L64~0~63R) Met deze parameter bepaalt u de stereo-
positie van de Tone. “L64” betekent helemaal links en
“63R” helemaal rechts. Let wel: deze instelling geldt
enkel voor de gekozen Tone (en dus niet voor de hele
Patch, zoals “Pan” op blz. 112).
* Wanneer u met “Type” (blz. 116) een structuur 2~10
kiest, geeft Tone 2 het gecombineerde signaal van Tone 1 +
2 weer, terwijl Tone 4 dat met de combinatie van Tone 3 +
4 doet. Daarom volgt Tone 1 de instelling van Tone 2, ter-
wijl Tone 3 de instelling van Tone 4 hanteert.
Keyfollow
(–100~+100) Zet Pan gewoon op 0 (midden), maar stel
voor deze parameter de waarde “+100” of in. Speel
vervolgens op de XV-5080. U zal merken dat de lage
noten zich links bevinden, terwijl de hoge noten zich
rechts in het stereobeeld bevinden.
Met deze parameter kunt u zorgen dat de stereopositie
van de Tone in functie staat van de noten die u speelt.
Ook hier is de C4 weer het nulpunt. Wanneer u hier de
waarde “0” instelt, is de stereopositie voor alle noten
gelijk.
* Dit is enkel zinvol voor golfvormen die niet stereo zijn.
Random
(0~63) Met deze parameter kunt u zorgen dat de ste-
reopositie voor elke noot die u speelt op een willekeu-
rige manier verandert. Hoe groter deze waarde, hoe
ruimer de “sprongen” over het stereobeeld worden
verdeeld.
C-1 G9
+
0
–
C-1 G9
+
0
–
C-1 G9
+
0
–
C-1 G9
+
0
–
+
0
–
+
0
–
LOWER&UPPER
LOWER UPPER
ALL
Bias Point
Volume Volume
Volume Volume
Noot
Noot
Noot
Noot
Bias Point
Bias Point
Bias Point
LOWER Het volume verandert wanneer u vanaf het Bias
Point lagere noten speelt.
UPPER Het volume verandert wanneer u vanaf het Bias
Point hogere noten speelt.
LOWER&
UPPER
Het volume verandert in beide richtingen van het
Bias-punt.
ALL Het volume verandert lineair van laag naar hoog.
Het Bias Point bevindt zich precies in het mid-
den.
Comments to this Manuals