Roland XV-5080. User Manual Page 58

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 254
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 57
3. Effecten van de XV-5080
58
HF Damp
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven
de hoge tonen worden gedempt, zodat de galm doffer
klinkt. Als u niet wilt dat de herhalingen al te helder
zijn, stelt u het best een andere waarde dan BYPASS in
(BYPASS, 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1000, 1250,
1600, 2000, 2500, 3150, 4000, 5000, 6300, 8000 Hz).
Feedback
In het geval van DELAY en PAN-DLY slaat deze para-
meter op het aantal herhalingen. Hoe groter deze
waarde, hoe vaker de gespeelde noten worden her-
haald (0~127).
Pre Delay
Hiermee stelt u de vertraging tussen het originele sig-
naal en de galm in (0,0~100,0 ms).
Time
Hiermee bepaalt u de lengte van de galm (0~127).
Size
Hiermee stelt u de grootte van de gesimuleerde kamer
of zaal in (1~8).
High Cut
Met deze parameter stelt u de frequentie in waarboven
de hoge tonen worden gedempt, zodat de herhalingen
doffer klinken. Als u niet wilt dat de galm al te helder
is, stelt u het best een andere waarde dan BYPASS in
(160~12500 Hz, BYPASS).
Density
Hiermee bepaalt u de densiteit van de galm. Hoe gro-
ter deze waarde, hoe voller de galm wordt (0~127).
Diffusion
Hiermee bepaalt u hoe de densiteit van de galm met-
tertijd verandert. Hoe groter waarde, hoe dichter de
galm na verloop van tijd wordt. Dit hoort u waar-
schijnlijk alleen als u een betrekkelijk lange Time-
waarde kiest (0~127).
LF Damp Freq
Kies hier de frequentie die als bovengrens voor de
lage tonen moet doorgaan. Die kunt u met de vol-
gende parameter dempen (50~4000 Hz).
LF Damp Gain
Hiermee bepaald u hoe snel de lage tonen van de galm
worden gedempt. Hiermee kunt u voorkomen dat de
galm het geluidsbeeld ondoorzichtig maakt (36~0
dB).
HF Damp Freq
Kies hier de frequentie die als ondergrens voor de
hoge tonen moet doorgaan. Die kunt u met de vol-
gende parameter dempen (4000, 5000, 6400, 8000,
10000, 12500 Hz).
HF Damp Gain
Hiermee bepaald u hoe snel de hoge tonen van de
galm worden gedempt. Hiermee kunt u voorkomen
dat de galm het geluidsbeeld ondoorzichtig maakt
(36~0 dB).
3.2 Effecten in de
Performance-mode
In een Performance beschikt u over dezelfde effect-
blokken, maar er zijn wel 3 MFX-blokken i.p.v. één. De
toewijzing van een Part aan een MFX gebeurt via de
Part Output MFX Select-parameter. Een ander ver-
schil op MFX-vlak zit hem in het feit dat u ook verschil-
lende Parts aan eenzelfde MFX kunt toewijzen en met
de bijbehorende Send-parameter bepaalt hoe sterk de
Parts door de betreffende MFX moeten worden
bewerkt. In het totaal zou u dus 32 Parts over 3 MFXen
kunnen verdelen maar dat is niet altijd zinvol.
Wanneer u Output Assign op “MFX” zet, worden de
effectinstellingen van de Tones in de aangesproken
Patches genegeerd
U kunt er echter ook voor zorgen dat een Part rekening
houdt met de effectinstellingen van de aangesproken
Patch (en diens Tones). Het is zelfs mogelijk om de
effectinstellingen van één Patch over te nemen in de
Performance, zodat u de Chorus, Reverb en een MFX
niet opnieuw hoeft te programmeren.
Als Output Assign= “PAT”
De belangrijkste parameter voor het bepalen welke
Part welke effecten (hoe) kan aanspreken heet Part
Output Assign. Hiervoor kunt u kiezen uit de volgende
instellingen:
MFX: De Part spreekt de gekozen MFX, de Chorus en
de Reverb aan.
Als Type= 2 (SRV ROOM)/3 (SRV HALL)/4 (SRV
PLATE)
Performance
Part32
Chorus
Reverb
TONE
Multi-effect
Patch
Part 1
Performance
Part32
TONE
Patch
Part 1
Chorus
Reverb
Multi-effect
Page view 57
1 2 ... 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 ... 253 254

Comments to this Manuals

No comments