5. Performances programeren
146
Part Mute
Switch
Met deze parameter kunt u de weergave van de gese-
lecteerde Part tijdelijk uitschakelen (MUTE) en daarna
weer activeren (OFF).
Dit kunt u bv. gebruiken voor zgn. “Minus-One” -toe-
passingen, d.w.z. voor het uitschakelen van een partij
die u zelf wilt spelen. Met deze Mute-parameter zet u
het volume van de betreffende Part op 0 – hij blijft ze
dus nog ontvangen, maar u hoort er het resultaat niet
meer van. (Dit gaat wel ten koste van de polyfonie en
is dus eerder als tijdelijke maatregel bedoeld.)
PERFORMANCE MIDI #2 MIDI Filter-pagina
([PERFORM] - [F4≈(MIDI)])
MIDI Message
Met de parameters op deze pagina kunt u de ontvangst
van een hele reeks MIDI-commando’s uitschakelen
(OFF) of toelaten (ON).
Ziehier de beschikbare schakelaars:
Program Change: Deze parameter slaat op de ontvangst
van programmakeuze-commando’s voor het kiezen
van een Patch-/Rhythm Set-geheugen.
Bank Select: Dit zijn controlecommando’s (CC00 en
CC32) voor het kiezen van de Group/Sound Library
en bank) waarin zich een Patch bevindt. Als u niet wilt
dat de bank/groep verandert, moet u hier OFF kiezen.
Pitch Bend: Ontvangstschakelaar voor Pitch Bend-com-
mando’s.
Channel Pressure: Ontvangstschakelaar voor kanaal
Aftertouch. Dit zijn Aftertouch-commando’s met één
waarde per MIDI-kanaal.
Poly Key Pressure: Ontvangstschakelaar voor polyfone
Aftertouch. Dit zijn Aftertouch-commando’s die voor
elke gespeelde noot apart worden verzonden.
Modulation: Ontvangstschakelaar voor modulatiecom-
mando’s (CC01).
PERFORMANCE MIDI #3 MIDI Filter-pagina
([PERFORM] - [F4≈(MIDI)])
MIDI Message
Ziehier deel 2 van de filterbare MIDI-commando’s:
Volume: Volume-commando’s (CC07).
Pan: Ontvangstschakelaar voor panorama-com-
mando’s (CC10) waarmee u de stereopositie van de
Part kunt veranderen.
Expression: Ontvangstschakelaar voor Expression-
commando’s (CC11) waarmee het volume van een Part
tijdelijk kan worden gewijzigd. Laten we even de ana-
logie van een mengtafel gebruiken: de Gain-regelaar
van een kanaal komt overeen met het Volume-com-
mando (CC07), terwijl de Fader van het kanaal in de
MIDI-standaard “Expression” (CC11) heet. Als u
Volume op “0” zet, dan hoort u de Part ook dan niet,
wanneer zijn Expression-waarde op 127 staat.
Hold-1: Ontvangstschakelaar voor Hold 1-com-
mando’s (CC64) die voor het aanhouden van de
gespeelde noten dienen (Sustain/demperpedaal).
Phase Lock
Dit is een parameter die ervoor zorgt dat alle Parts, die
op hetzelfde MIDI-kanaal ontvangen, ook op hetzelfde
moment klinken. Zo wordt een vreemde klankkleur
vermeden die te wijten is aan lichte faseverschuivin-
gen. Kies ON als u de Parts synchroon wilt schakelen,
en OFF als dat niet nodig is.
* Wanneer u hier ON kiest, wordt de timing van alle Parts,
die op hetzelfde MIDI-kanaal ontvangen, gelijkgeschakeld.
Dat betekent dan echter wel dat deze Parts ook een fractie
van een seconde later beginnen dan normaal. In de regel
werkt u dus het best met OFF, tenzij er echt sprake is van
een storend effect.
Velocity Curve
Hiermee kiest u voor elke Part één van de vier moge-
lijke manieren waarop de via MIDI ontvangen aan-
slagwaarden worden geïnterpreteerd (en eventueel
gewijzigd). Dit kan nodig zijn wanneer u een Patch
met een ander klavier hebt ingespeeld en tijdens de
weergave van een sequence de indruk hebt dat alle
noten te luid/fel of te stil/dof zijn. Kies OFF wanneer
u niets aan de binnenkomende aanslagwaarden wilt
veranderen. Ziehier de curven:
2134
Comments to this Manuals