
28
Aanvankelijke instellingen
De VST plug-in behorend bij SONAR wordt standaard in de volgende map geïnstalleerd, en kan vanuit SONAR
worden gebruikt, zonder dat instellingen veranderd hoeven te worden.
C:\Program Files\Cakewalk\VSTPlugins
Als u VST plug-ins in andere mappen heeft geïnstalleerd, zult u deze als volgt in SONAR moeten registreren.
1. Voer het ‘Options | Global’ commando uit, en klik op de ‘VST Plug-ins’ tab.
2. Als de map waarin de VST plug-ins zijn geïnstalleerd niet in de ‘VST Scan Folder(s) list’ verschijnt,
klikt u op de [Add] knop en specificeert u de map waarin de VST plug-ins zijn geïnstalleerd.
Als een map wordt getoond waarin geen VST plug-ins zijn geïnstalleerd, klikt u op de naam van de map om deze te
selecteren, en klik dan op [Remove].
3. Wanneer u de mappen die SONAR moet scannen heeft geselecteerd, klikt u op [OK].
4. In de ‘VST Scan’ sectie klikt u op de [Scan VST Folders] knop.
De VST plug-ins zijn nu in SONAR geregistreerd.
VST/VSTi registratie en instellingen
Over de Cakewalk Plug-in Manager
Met de Cakewalk Plug-in Manager kunt u het plug-in menu bewerken, presets beheren en instellingen
voor elke VST plug-in configureren.
Voor details over het gebruik van de Cakewalk Plug-in Manager raadpleegt u de online Help van Cakewalk
Plug-in manager.
Comments to this Manuals