Roland SH-32 User Manual Page 51

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 123
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 50
51
Hoofdstuk 1 Een overzicht van de SH-32
Hoofdstuk
1
Patch Stand Performance Stand Part Assign Stand Ritme Toon Bewerking
Preview functie
aangeschakeld met
een geselecteerde
Rhythm Set in elke
stand.
U kunt de Insertion Effecten (INS-
FX) of Reverb/Delay (REV/DE-
LAY) aanzetten (indicator aan) of
uitschakelen (indicator uit) voor
elke individuele Patch of Rhythm
Set (pag. 64, pag. 65).
U kunt instellingen opslaan in elke
Patch of Rhythm Set met de write
procedure (pag. 63, pag. 70).
* Wanneer u Patches toevoegt aan de
Parts in de Performance stand,
worden de instellingen geblok-
keerd, en de instellingen voor elke
Part in de Part Assign Stand
worden ingeschakeld.
U kunt de Insertion Effecten (INS-
FX) of Reverb/Delay (REV/DE-
LAY) aanzetten (indicator aan) of
uitschakelen (indicator uit) voor
elke individuele Performance (pag.
64, pag. 65).
U kunt instellingen in elke Perfor-
mance met de write procedure
opslaan (pag. 73).
U kunt de Insertion Effecten (INS-
FX) of Reverb/Delay (REV/DE-
LAY) aanzetten (indicator aan) of
uitschakelen (indicator uit) voor
elke individuele Part in een Perfor-
mance (pag. 64, pag. 65).
Druk op [1]-[4/R] (Part knoppen)
om de Part dat ingesteld moet
worden te specificeren.
U kunt instellingen in groepen van vier
Parts naar Performances met de write
procedure opslaan (pag.73).
* Wanneer u Patches aan de Parts in
de Performance Stand toevoegt,
worden de Patch instellingen ge-
blokkeerd en de hier gemaakte in-
stellingen staan ingeschakeld.
U kunt de Insertion Effecten (INS-
FX) of Reverb/Delay (REV/DE-
LAY) aanzetten (indicator aan) of
uitschakelen (indicator uit) voor
elke individuele Rhythm Tone (per-
cussie instrument) (pag. 64, pag.
65).
Druk op een nootinvoer knop om
de in te stellen Rhythm Tone te
specificeren.
U kunt instellingen in elke Rhythm
Set met de write procedure opslaan
(pag.70).
* Wanneer u de Rhythm Sets aan en
uitschakelt als een geheel, zet de
Preview functie dan uit.
Maakt de gedetailleerde Insertion
Effecten (INS-FX) of Reverb/Delay
(REV/DELAY) instellingen voor
elke Patch of Rhythm Set (pag. 65,
pag.66).
Draai de knop naar de gewenste pa-
rameter (anders dan SYSTEM),
druk dan op [VALUE /] om in
te stellen.
U kunt instellingen opslaan in elke
Patch of Rhythm Set met de write
procedure (Pag. 63, pag. 70).
Stelt de parameters in van de Patch
of Rhythm Set die toegevoegd is aan
de Part die aangegeven wordt als de
Performance effectenbron (pag. 65,
pag. 66).
De procedure om in te stellen is het
zelfde als in de Patch stand.
U kunt instellingen in elke Patch of
Rhythm Set met de write procedure
opslaan (pag.73).
* Effect parameter instellingen
worden niet in Performances
opgeslagen.
U kunt alleen de REV/DELAY E.
LEVEL (Effect niveau) in elk indivi-
dueel Part van een Performance in-
stellen (pag. 67).
Druk op [1]-[4/R] (Part knoppen)
om de Part die ingesteld dient te
worden te specificeren.
De procedure om in te stellen is het
zelfde als in de Patch stand.
U kunt instellingen in elke Perfor-
mance met de write procedure
opslaan (pag.73).
U kunt alleen de REV/DELAY E.
LEVEL (Effect niveau) in elk indivi-
duele Rhythm Tone instellen (pag.
66).
Druk op een nootinvoer knop om
de in te stellen Rhythm Tone te
specificeren.
De procedure om in te stellen is het
zelfde als in de Patch stand.
U kunt instellingen opslaan in elke
Rhythm Set met de write procedure
(pag.70).
Stelt het volume (LEVEL) of panning
(PAN) in voor elke individuele Patch
of Rhythm Set (pag. 59, pag. 63).
Druk op de knop: als de indicator
brandt, is het volume ingesteld; de
pan is ingesteld wanneer de indica-
tor knippert. Druk op [VALUE /
] om de waarden in te stellen.
U kunt instellingen opslaan in elke
Patch of Rhythm Set met de write
procedure (Pag. 63, pag. 70).
* Wanneer u Patches toevoegt aan de
Parts in de Performance stand,
worden zowel de hier gemaakte in-
stellingen als de instellingen voor
elke Part in de Part Assign Stand ge-
blokkeerd.
Stelt het volume (LEVEL) in voor
elke individuele Performance (pag.
59). De panning (PAN) kan niet in-
gesteld worden.
De procedure om in te stellen is het
zelfde als in de Patch stand.
U kunt instellingen opslaan in elke
Patch of Rhythm Set met de write
procedure (pag.73).
* De pan instellingen voor Perfor-
mances worden opgeslagen in elke
Part in de Part Assign Stand.
Stelt het volume (LEVEL) of pan-
ning (PAN) in voor elke individuele
Part in een Performance (pag. 59,
pag. 63).
Druk op [1]-[4/R] (Part knoppen)
om de Part die ingesteld dient te
worden te specificeren.
De procedure om in te stellen is het
zelfde als in de Patch stand.
U kunt instellingen opslaan in elke
Performance met de write proce-
dure (pag.73).
* Wanneer u Patches aan de Parts in
de Performance Stand toevoegt,
worden zowel de Patch instellingen
als de hier gemaakte instellingen
geblokkeerd.
Stelt het volume (LEVEL) of pan-
ning (PAN) in voor elke individuele
Rhythm Tone (percussie instru-
ment) (pag. 59, pag. 63).
Druk op een nootinvoer knop om
de in te stellen Rhythm Tone te
specificeren.
De procedure om in te stellen is het
zelfde als in de Patch stand.
U kunt instellingen opslaan in elke
Rhythm Set met de write procedure
(pag.70).
Stelt de Insertion Effecten (INS-FX)
en Reverb/Delay (REV/DELAY) in
voor elke Patch of Rhythm Set (pag.
65, pag.66) zowel in serie (Ser) als
parallel (Par) geschakeld (pag. 64).
Druk op de knop: zodat de indica-
tor knippert. Druk dan op [VALUE
/] om de waarden in te stellen.
U kunt instellingen opslaan in elke
Patch of Rhythm Set met de write
procedure (pag. 63, pag. 70).
* Wanneer u Patches toevoegt aan de
Parts in de Performance stand,
worden de instellingen geblokkeerd
en de Performance instellingen
worden ingeschakeld.
Stelt de Insertion Effecten (INS-FX)
en Reverb/Delay (REV/DELAY) in
voor elke Performance zowel in se-
rie (Ser) als parallel (Par) ge-
schakeld (pag. 64).
De procedure om in te stellen is het
zelfde als in de Patch stand.
U kunt instellingen opslaan in elke
Patch of Rhythm Set met de write
procedure (pag.73).
* Wanneer u Patches aan de Parts in
de Performance Stand toevoegt,
worden de Patch instellingen ge-
blokkeerd en de hier gemaakte in-
stellingen staan ingeschakeld.
Dit kan niet ingesteld worden.
* Past zich aan de Performance in-
stellingen aan.
Past zich aan de Rhythm Set instell-
ingen aan.
U kunt ook Patch tonen veranderen
door andere bestuurknoppen te ge-
bruiken dan de schuif- en
draaiknoppen die boven genoemd
zijn.
Om de tooninstellingen in Patches
die toegevoegd zijn aan elke Part in
de Performance Stand te verander-
en, kunt u ook andere bestuurknop-
pen gebruiken dan de schuif- en
draaiknoppen die boven genoemd
worden.
U kunt geen andere bestuurknop-
pen dan de schuif- en draaiknoppen
die bovengenoemd zijn gebruiken
om de instellingen te veranderen.
Om de Rhythm Tone (percussie in-
strument) instellingen te verander-
en, kunt u ook andere regelknoppen
gebruiken dan de bovengenoemde
schuif- en draaiknoppen.
Page view 50
1 2 ... 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 ... 122 123

Comments to this Manuals

No comments