Roland GT-8 User Manual Page 17

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 100
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 16
17
Hoofdstuk 2: Uw eigen klanken (patches) creëren
Hoofdstuk
2
Bank en nummer wijzigen
fig.02-070
1. Druk op een BANK-pedaal.
De bank wordt opgeroepen en het indicatielampje van
het nummerpedaal dat geselecteerd was voor u het
BANK-pedaal indrukte, begint te knipperen. Zo wordt
aangegeven dat de GT-8 klaar is voor de selectie van het
patchnummer (op dat moment is echter nog geen andere
patch opgeroepen).
2. Selecteer het nummer van de gewenste patch door het
overeenkomstige nummerpedaal in te drukken.
Het indicatielampje van het geselecteerde pedaal gaat
branden en de GT-8 roept de overeenkomstige patch op.
Als de patch niet wordt opgeroepen
Met de GT-8 kunt u alleen in het Play-scherm een andere
patch oproepen. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm
terug te keren (p. 14).
De klank regelen met de knoppen
Op het paneel van de GT-8 bevinden zich vijftien knoppen.
Met deze knoppen kunt u de klank van de geselecteerde
patch snel en gemakkelijk aanpassen of wijzigen.
fig.02-080
Als u een klank die u met de knoppen hebt gecreëerd
wilt bewaren, gebruikt u de Write-procedure (p. 22) om
de klank als user patch op te slaan.
* Als u de patch een naam wilt geven of de naam wilt wijzigen,
volg dan de procedure ‘Patches een naam geven (Patch Name)’
(p. 21) voor u de patch opslaat.
2
1
Knop Verklaring
PREAMP/SPEAKER
TYPE
Selecteert het type voorversterker.
* Als u op [TYPE VARIATION] drukt, kunt u variaties selecteren door
de knop naar het gewenste type te draaien.
GAIN
Regelt het vervormingsniveau van de voor-
versterker. De vervorming wordt sterker als
u de knop meer naar rechts draait.
BASS
Regelt het geluid van de voorversterker in de
lage frequenties. De lage frequenties worden
sterker als u de knop meer naar rechts draait.
MIDDLE
Regelt het geluid van de voorversterker in
de middentonen, die sterker worden als u
de knop naar rechts draait.
TREBLE
Regelt het geluid van de voorversterker in de
hoge frequenties. De hoge tonen worden
sterker als u de knop meer naar rechts draait.
PRESENCE
Regelt het geluid van de voorversterker in
de ultrahoge tonen. De hoge tonen worden
sterker als u de knop naar rechts draait.
LEVEL
Regelt het volume van de voorversterker. Het
volume stijgt als u de knop naar rechts draait.
OVERDRIVE/DISTORTION
TYPE
Selecteert het type overdrive of distortion.
* Als u op [TYPE VARIATION] drukt, kunt u variaties selecteren door
de knop naar het gewenste type te draaien.
DRIVE
Regelt het niveau van de overdrive of dis-
tortion. De vervorming wordt sterker naar-
mate u de knop meer naar rechts draait.
LEVEL
Regelt het volume van de overdrive of dis-
tortion. Het volume wordt sterker naarmate
u de knop meer naar rechts draait.
DELAY
FEEDBACK
Regelt het aantal keer dat de delay wordt
herhaald. Het aantal herhalingen neemt toe
naarmate u de knop meer naar rechts draait.
LEVEL
Regelt het volume van de delay. Het volume
van de delay wordt sterker naarmate u de
knop meer naar rechts draait.
CHORUS
LEVEL
Regelt het volume van het chorusgeluid.
Het volume van het chorusgeluid neemt toe
naarmate u de knop meer naar rechts draait.
REVERB
LEVEL
Regelt het volume van de galm. Het volume
van de galm wordt sterker naarmate u de
knop meer naar rechts draait.
PATCH LEVEL
Regelt het algemene volume. Het volume wordt sterker naarmate u
de knop meer naar rechts draait.
Page view 16
1 2 ... 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 ... 99 100

Comments to this Manuals

No comments