Roland GT-8 User Manual Page 41

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 100
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 40
41
Hoofdstuk 4: Effecten en parameters
Hoofdstuk
4
AFB (Anti-feedback)
Dit voorkomt de akoestische feedback die kan ontstaan door
de resonantie van de klankkast van een gitaar.
HU (Humanizer)
Hiermee kunt u menselijke klinkergeluiden creëren.
*1 Alleen beschikbaar in Picking- of Auto-modus.
*2 Alleen beschikbaar in Picking-modus.
*3 Alleen beschikbaar in Auto-modus.
SL (Slicer)
Hierbij wordt het geluid herhaaldelijk onderbroken, wat de
indruk wekt dat een ondersteunend ritme wordt gespeeld.
Parameter/
Bereik
Verklaring
Freq1–3 (Frequency 1–3)
0–100
Stelt het vast frequentiepunt in waarop de
feedback wordt gewist.
U kunt maximaal drie punten instellen.
Depth1–3
0–100
Regelt de sterkte van de antifeedback op de
drie ingestelde punten.
Parameter/
Bereik
Verklaring
Mode
Picking, Auto,
Random
Stelt de modus in die tussen de klinkers
schakelt.
Picking
Schakelt bij een snaaraanslag van klinker 1 naar klinker 2. De tijds-
duur van de wissel stelt u met de ‘rate’-waarde in.
Auto
Door ‘rate’ en ‘depth’ in te stellen, kunt u twee klinkers (Vowel 1 en
Vowel 2) automatisch omwisselen.
Random
Vijf klinkers (a, e, i, o, u) worden willekeurig opgeroepen door de ‘ra-
te’ en ‘depth’ in te stellen.
Vowel 1 *1
a, e, i, o, u Selecteert de eerste klinker.
fig.04-060d
Vowel 2 *1
a, e, i, o, u Selecteert de tweede klinker.
Sens *2
0–100 Regelt de gevoeligheid van humanizer.
Als u een lage waarde instelt, geeft een zachtere aanslag geen huma-
nizereffect, terwijl u dit effect wel bekomt met een hardere aanslag.
Als u een hogere waarde instelt, bekomt u het humanizereffect zo-
wel met een zachte als harde aanslag.
Rate
0–100,
BPM –BPM
Regelt de cyclus waarin de twee klinkers
worden gewisseld.
Klinker 1 Klinker 2
* Als u BPM kiest, wordt de waarde van elke parameter ingesteld volgens
Master BPM (p. 51) die voor elke patch is bepaald. Zo verkrijgt u
effectinstellingen die bij het tempo van de song passen (als de ingestelde
snelheid wordt verhoogd, wordt de cyclus gesynchroniseerd met de helft
of een vierde van de BPM).
Als u BPM instelt, druk dan meermaals op PARAMETER [ ] om
het ‘Master BPM’-scherm weer te geven.
Depth
0–100 Regelt de diepte van het effect.
Manual *3
0–100
Bepaalt het punt waarop de twee klinkers
worden gewisseld.
Als u ‘50’ instelt, worden klinker 1 en klinker 2 na hetzelfde interval
gewisseld. Als de waarde lager is dan ‘50’, dan is de tijd voor klinker
1 korter. Als de waarde hoger is dan ‘50’, dan is de tijd voor klinker
1 langer.
Level
0–100 Regelt het volume.
Parameter/
Bereik
Verklaring
Patroon
P1–P20
Selecteert het patroon waarmee het geluid
in stukjes wordt ‘gehakt’.
Rate
0–100,
BPM –BPM
Regelt de snelheid waarmee het geluid
wordt onderbroken.
* Als u BPM kiest, wordt de waarde van elke parameter ingesteld volgens
Master BPM (p. 51) die voor elke patch is bepaald. Zo verkrijgt u
effectinstellingen die bij het tempo van de song passen (als de ingestelde
snelheid wordt verhoogd, wordt de cyclus gesynchroniseerd met de helft
of een vierde van de BPM).
Als u BPM instelt, druk dan meermaals op PARAMETER [ ] om
het ‘Master BPM’-scherm weer te geven.
Trigger Sens
0–100 Regelt de triggergevoeligheid.
Als u een lage waarde voor deze parameter instelt, zal bij een zachte
aanslag de frase niet opnieuw worden gestart (d.w.z. de frase blijft
doorspelen), maar bij hard aangeslagen noten begint de frase weer
van bij het begin te spelen. Als u een hoge waarde instelt, begint de
frase ook bij zacht aangeslagen noten opnieuw te spelen.
Parameter/
Bereik
Verklaring
Page view 40
1 2 ... 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 ... 99 100

Comments to this Manuals

No comments